Totaal aantal pageviews

donderdag 9 juni 2011

Een week lang bloggen

Vandaag is een historische dag. Ik blog namelijk precies een week. Noem het gerust een mijlpaal in de geschiedenis van dit blog.
Zo zagen wij als eerste het artikel bloggen voorbij komen. Een blog waar de historische zin:  Ik blijf toch een schrijfhoer, nu nog klanten vinden die me kunnen waarderen.” vandaan komt. Een zin die nog duizenden malen gequote werd door menig schrijver.
Na dit eerste hoogtepunt werd het leerzame artikel over de EHEC-bacterie geschreven(. Een artikel op aanvraag van een boze klant van deze schrijfhoer. Volgens onderzoek is het IQ van de lezers duidelijk vooruitgegaan na dit waanzinnige artikel.
Daarna kwamen de pannekoeken-artikelen. Artikelen waarvan ik hoop dat mijn familie ze niet leest. Gelukkig heeft u allen, lezers van het eerste uur, uw mond wijselijk gehouden. Geen links naar deze blogs, we doen net alsof ze niet bestaan...
Alsof deze artikelen niet genoeg vreugde hadden gebracht gooide ik gewoon nog een artikel online! De vrouw LIJKT slimmer dan de man werd een daverend succes. Vertaald in maarliefst 143 talen. Gelezen door een miljoenenpubliek. Het artikel had volgens het AD “een literaire prijs verdient”. Waarvan akte.
Meer dan voetbal was het eerste serieuse artikel. Je moet het lezen om te begrijpen waarover het gaat. Alvast bedankt voor het lezen...
Internet verslaving was een regelrechte hit. Herkenbaar zeiden velen mensen. Ontroerend. Geschreven met hart voor de zaak. Uiteraard onderschrijf ik jullie mening. Het was een meesterwerk, ik geef het heel eerlijk toe.
Voor week twee van dit blog zoek in nog inspiratie. Mocht je iets weten, zeg het gewoon. Op school, twitter, op dit blog. Waar dan ook, ik ben beschikbaar!

dinsdag 7 juni 2011

Internet verslaving

Lieve heere god,
Wil je een groot schrijver worden moet je ergens verslaafd aan raken. Geobserdeerd zijn door mooie vrouwen bijvoorbeeld of zoals in de meesten gevallen een glaasje teveel drinken. Alcholisme is iets wat schrijvers kenmerkt. Drank is voor schrijvers hetzelfde als eten voor een labrador. Zet het voor ze neer en het is op. Het kost ze hooguit drie, misschien vier, seconden.
De alchohol verslaving lijkt mij maar niks. Ik snap dat het bij de beroepgroep schrijvers hoort en ik mij moet aanpassen. Ik vertik het aanpassen alleen, ik ben namelijk al verslaafd. Het is alleen geen alchohol.
Internet. Dat is mijn verslaving. Zonder internet ben ik als een violist zonder viool. Als Barcelona zonder balbezit. Ik die niet op internet zit is net zo zeldzaam als Cruijff te begrijpen valt.
Twitter, voetbalzone, msn, nu.nl, geenstijl... Ga zo maar door. Ik kan niet zonder mijn internet. Hoewel ik vaak de meesten websites al tien keer bekeken heb blijf ik langs surfen. Op zoek naar dat ene voetbalnieuwtje die ik nog niet wist. Op zoek naar een geweldig gesprek op twitter.
Wanhopig ben ik dan ook als het internet bij ons wegvalt, daarom vraag ik u lieve heere god. Waak over mijn internet, tot in de eeuwigheid. Amen.

Niemand had het door, niemand hield hem tegen

Hij was iemand die een voorbeeld was voor anderen. Kinderen wezen naar hem, hun kelen schoor schreeuwende om een handtekening. Sommigen mannen droomden dat ze zoals hem waren. Een succesvolle carriére, een mooie vrouw... Het leven leek zo perfect.
Zijn kind was overleden. Niks is erger dan als ouder je kind zien overlijden, je wil met je kind ruilen. Niet hij maar jij in de kist. Liefde voor je kind hebben, hij had het. Toch mocht hij niet lang van haar genieten, hij zag haar niet trouwen. Geen kinderen krijgen. Het moet hem pijn hebben gedaan.
Hij had zichzelf opgesloten in zijn eigen wereld. Zijn vrouw wist het, hij wist het. Maar meer mensen wisten het ook niet. Hij wilde het geheim houden, bang om uitgekotst te worden. Uitgekotst door zijn fans, zijn medespelers. In de voetbalwereld moet je niet aankomen met depressies. Dacht hij...
Hij leefde altijd in de angst dat iemand zou ontdekken dat hij die ziekte had. Dat hij depressies had, medicijnen slikte. Bang om zijn adoptiekind te verliezen. De angst van weer een kind verliezen omdat hij depressies had moet verschrikkelijk zijn geweest.
Toch voetbalde hij op een hoog niveau. Acht interlands staan op de teller, hij was aanvoerder bij Hannover. Het uithangbord van de club. De man die de druk van presteren op zijn schouders voelde.
Het werd hem teveel. Niemand had het door. Niemand wist dat hij depressief was, iedereen dacht dat hij een fantastisch leven had. Hij koos voor het einde, veertig duizend man nam de moeite om hem hun laatste eer te bewijzen. Robert Enke stierf op 10 November 2009. Niemand had het door, voor hem was het de verlossing.  

zondag 5 juni 2011

De vrouw lijkt slimmer te zijn dan de man

Schokkende titel. Ik snap dat je als lezer bijna van je stoel valt van verbazing. Hoezo is de vrouw slimmer? Het spijt me... Het zit ingewikkeld in elkaar. Eigenlijk zit het zo, wij mannen zijn slimmer en vrouwen maken daar gebruik van. Ze maken er zelfs meer gebruik van dan wij zelf doen, dus eigenlijk zijn vrouwen weer slimmmer dan ons.
Volg je het nog? Nee? Geeft niet. Ik zal het je proberen uit te leggen. Ja natuurlijk weet ik dat er een glazen plafond is. Je weet wel, die term die ze gebruiken om duidelijk te maken dat geen vrouw ooit wat in de zakenwereld bereikt. Niet verwonderlijk, welke man neemt vrouwen nou echt serieus? Juist, correct antwoord. 0. Niet dat dat geeft hoor, tuurlijk niet. Jullie kunnen er ook niks aan doen dat god ooit wilde dat jullie altijd minder presteren dan wij mannen.
Maar eerlijk is eerlijk. Na jaren van achter ons aanlopen worden jullie steeds brutaler. Als we zeggen dat jullie de afwas moeten doen, doen jullie het niet. Nee, pas als manlief de creditcard tevoorschijn tovert wordt er gewerkt.
De creditcard, pinpas etc... Dat is het werkelijke probleem. Wij mannen hebben daar een beetje de boot gemist verteld een laatste onderzoek ons. Samengevat komt het erop neer dat de vrouw tegenwoordig bepaalt wat er gebeurt met het geld dat wij mannen verdienen. Met onze topbanen, banen die niet voor jullie zijn weggelegd.
Ik moet het als man jullie nageven. Als je ons niet kan overtreffen in prestaties, overbluf ons dan maar... Jullie probeerden het en het werkte. Geen vrouw meer op de aardbol die zelf ook maar een cent nodig heeft. Nee, wij mannen... Wij mannen moeten voor het geld zorgen, jullie voor het uitgeven...
Guchi, Prada en anderen grote modehuizen zijn de winnaar van de revolutie. Niet de man, die ziet zijn geld langzaam verdwijnen aan velen geweldige must have dingentjes. De vrouw is ook niet de winnaar, ze denkt van wel maar blijft in werkelijkheid met lege handen staan. Zonder geld, wel met heel veel kleding, tassen en schoenen die niet meer te dragen zijn. Alles is namelijk weer eens uit de mode. Zo gaat dat dus tegenwoordig, laat mijn opa het niet horen...

zaterdag 4 juni 2011

pannekoeken, ik ben er dol op (2/2)

Als we het restaurant binnenlopen is het alsof ik in een kinderdagverblijf binnen stap. Met serveersters in de rol van gestresste begeleiders en kleine drukke kinderen in de rol van kleine drukke kinderen. Mijn oma is ondertussen wanhopig aan het zoeken naar het tafeltje dat ze gereserveerd had. Denk namelijk niet dat ook maar iets aan het toeval wordt overgelaten. De tafel die we krijgen staat vast. Rechts in de hoek bij het raam, dezelfde tafel als waar het de vorige keer “zo gezellig was”. Dat de tafel nog niet vrij is en vijf anderen tafels wel betekent dat we dan ook gaan wachten. Waag het niet aan de familie waardes te tornen. Die tafel is van ons.
Mijn moeder heeft de vervelende eigenschap om zich van te voren al in te stellen op een verschrikkelijke avond. Waar mijn tante haar schoonmoeder “Ma” noemt krijgt mijn moeder dit niet over haar lippen. Bij elke keer dat mijn tante dan ook “Ma”zegt trekt mijn moeder een lelijk gezicht. Als door een wesp gestoken zit ze cynische opmerkingen te maken over de mensen die in het restaurant zitten. De kledingkeuze van mijn tante wordt ook niet gewardeerd. “Iedereen weet toch dat een witte legging nu echt niet meer kan?!” Dat mijn tante kleding draagt die we een mix kunnen noemen van... Ja wat eigenlijk... Hoe langer ik naar haar kleding staar hoe meer ik me besef dat ze redelijk uniek is, of zoals mijn moeder zegt “ze draagt kleding uit het jaar nul”.
Mijn tante verteld ondertussen trots over haar nieuwe passie. Toneelspelen! Na een cursus godsdienst, boek schrijven, muziek componeren en schilderkunst heeft ze nu eindelijk haar ware ik gevonden. Ik zie mijn vader een betekenisvolle blik werpen op  mijn moeder, over een kwart jaar heeft ze weer een nieuwe passie gevonden. Nog altijd hopend zichzelf ooit te vinden, niet tevreden met wie ze is.
Onder mijn snuffert ligt een kleurplaat, de potloden liggen aan de andere kant van de tafel. Hollende schreeuwende kinderen vragen om aandacht van hun wanhopige ouders. Misschien dat het toeval is, maar elke keer dat we daar eten zitten hetzelfde type mensen er. De mannen met afro kapsels en een snor, de vrouwen in een broek die ze tien jaar geleden heel goed heeft gestaan. De ‘tofu’ activisten genieten van hun pannekoek. Of is het nou pannenkoek? Mijn oom wilde er bijna ruzie over maken maar ik wist de ruzie met veel tact te ontwijken.
Als de serveerster met de pannekoek “sneeuwwitje en koning George” aankomt doet mijn vader moeite om zich te beheersen. Maar na een vragende blik van de serveerster naar mij en m’n broertje weet mijn vader het niet meer uit te houden. Een bulderende lach vult het restaurant, de serveerster geschokt achter latend. Met een rood hoofd loopt ze weer weg, mij in schaamte achter latend.
Na de pannekoeken in record tempo te hebben opgegeten zijn we klaar om weer te vertrekken. Mijn oma rekent snel af om de ‘tofu’ mensen alleen achter te laten.
De conclusie na een avond pannekoeken is schokkend, als dit mijn familie is, wat ben ik dan wel niet in godsnaam voor monster?! Het is jammer dat er geen spiegel voor gedrag is. Hoewel ik bang ben dat ik ga schrikken van mijn eigen spiegelbeeld.

donderdag 2 juni 2011

Pannekoeken, ik ben er dol op. (1/2)

Familie-etentjes geven mij inspiratie om te schrijven. Gemene dingen, lachwekkende dingen maar ook treurige dingen laten een belletje in mijn hoofd rinkelen als we genieten van de te droge pannekoek die in een klein druk kippenhok wordt opgegeten.
Er is zoals bij elk goed verhaal een voorgeschiedenis, denk niet dat dit pannekoekenhuis voor het eerst werd bezocht als “plek des onheils”. Nee, dit pannekoekenhuis mocht mij op de leeftijd van vier jaar voor het eerst verwelkomen als gast. Met oma aan mijn zijde moet ik zeer complimenteus zijn geweest over het restaurant, elf jaar later zitten we er nog.
Als we op de prachtige zaterdagavond aankomen bij het restaurant ben ik verheugd. Welke puber wil nou niet met zijn familie de zaterdagavond doorbrengen? Mijn vader zet  de auto zo’n honderd meter van het restaurant. Dit tot grote onrust van mijn oma, zou ze de barre tocht ter voet wel gaan redden? Honderd meter is immers een afstand van jewelste voor haar. Dat de dokter zo onnozel is om haar geen rolstoel te geven snapt ze dan ook niet, herhaaldelijke verzoeken wisten hem niet te overtuigen. Om een statement te maken richting de dokter en mijn vader besluit ze dan ook om in een slakkengangetje naar het restaurant te lopen. Het is dat ze ooit heeft gezegd dat ze last heeft van haar rug, anders was de kans groot dat ze kruipend was gegaan. Haar pols deed de laatste tijd trouwens ook heel veel pijn, net zoals haar maag. Evenals haar knie net zoals haar heup en die verdomde linkerteennagel speelde haar weer parten. Onder veel gepiep en gekreun doet ze elke minuut een stapje vooruit, haar grijze haren golven bij elk stapje met de lichte bries wind mee. Ondertussen houdt ze het hekje naast haar goed vast, ze vermindert haar tempo nog een beetje. Een flitspaal staat namelijk op nog geen vijf meter. Ik zie uit de verte een kleine wagen onze kant op komen. Met grote letters staat er 45 KM op geschilderd, mijn oom en tante trots hierboven uit het raampje torende. Echte snelheidsduivels zijn het in onze familie niet.
Persoonlijk vind ik het sowieso een schande dat een familielid in een 45 KM karretje rijdt. Dat mijn oom en tante helemaal bij de club van 45 KM karretjes horen doet daar niet aan af. Het maakt het eigenlijk alleen maar erger. Express probeer ik het woord auto in deze alinea te vermijden, want laat het duidelijk zijn dat een auto en zo’n 45 KM karretje twee totaal andere dingen zijn. Een auto heb je om ergens snel naar toe te gaan, met een 45 KM karretje is dat ergens snel naar toe gaan uitgesloten. Hoewel de afstand van het huis van mijn oma naar het pannekoekenhuis nog geen anderhalve kilometer is krijgen mijn tante en oom het toch voor elkaar om dik vijf minuten later aan te komen. En nee, ze reden niet later weg.
Morgen het vervolg op dit briljant geschreven waargebeurde verhaal. Blijf de blog volgen, blijf het natuurlijk ook promoten zodat anderen kunnen genieten van briljantheid. Dit niet doen zou getuigen van een erg groot ego. Ik als schrijver zou dat betreuren. Alvast bedankt.

woensdag 1 juni 2011

EHEC bacterie

De EHEC bacterie, kom er maar eens op. Ik kwam er niet op, Luigi kwam erop. Of ik is een keer over iets interessants wilde schrijven... Dat ik nog maar een blog geschreven had deerde hem niet in zijn vlijmscherpe kritiek.
Maar ach, wat maakt het uit. Ik ben als een vrijwilliger van doe een wens stichting. Ik in de rol van vrijwilliger, Luigi in de rol van gehandicapt kind die over een aantal maanden dood is. Wat erger is lijkt me duidelijk, wie wordt er nou vrijwiligger?!
EHEC bacterie staat voor Eerste Hulp bij EConomie. In de net geweeste gestresste examen tijd is het een bacterie die in het illegale circuit goud waard is. Eigenlijk is de EHEC bacterie economie. Marktwerking ten top.
De kunst is als verkoper van de EHEC bacterie hem op het juiste moment te verkopen. Na de examens is hij natuurlijk geen drol meer waard. Vaak zien we dan ook dat verkopers net doen alsof de EHEC bacterie bijna op is. Dit doen ze omdat ze hopen dat er dan meer EHEC bacteriën verkocht gaan worden.
Dit gebeurt dan ook. Volgens onderzoek van het CBS gaat er voor bijna hondertachtig miljoen euro op in deze industrie. Een waanzinnig bedrag.
Voor meer informatie over de EHEC bacterie verwijs ik jullie graag door naar de heer van Riel. Hopende jullie genoeg geïnformeert te hebben. Hoogachtend, de blogger.

Bloggen.

De enige reden dat ik deze blog ben gestart is dat ik geen flauw idee waar ik anders voor moet schrijven. Ik was de laatste tijd een tekenaar zonder blad om op te tekenen. En als ik al wat tekende dan kon niemand het zien. Ik was als een hoer zonder klanten. Even geen complimenten krijgen over je prestatie is leuk, maar net zoals bij een hoer begint het na een tijdje weer te trekken. De drang naar complimenten bedoel ik... Ik begon zelfs kritiek van vervelende huppelkutjes op hun laptop te missen. Je weet wel, die types die alleen maar je blog lezen om het af te zeiken. Vaak hebben ze al afzeikquotes op hun computer klaar staan... Kopiëren plakken en klaar was Kees. Of Anonymous, zo noemen ze zichzelf vaak liever.
Denk niet dat ik dit uit mijn duim zuig. O nee, zeker niet. Als schrijver van catenaccio.nl heb ik vaak genoeg vol getatoeërde mannen woedend gekregen. Ze schopte zelfs hun computer helemaal naar de klote, alleen maar omdat ik zei dat Demy de Zeeuw helemaal niet zo goed was...  Niet dat ik ze ooit gezien heb hoor, maar in mijn dromen hadden ze altijd tattoos en waren ze boos. Woedend. Beangstigend vond ik het.
Hoelang ik dit blog vol hou weet ik niet. Misschien dat dit mijn eerste en laatste blog is. Zou kunnen... Wat ik wel weet is dat ik mijzelf voor gek zet door een blog te beginnen. Hoe het ook zal eindigen, veel erger dan het begin kan het niet worden. Ik blijf toch een schrijfhoer, nu nog klanten vinden die me kunnen waarderen.