Totaal aantal pageviews

vrijdag 8 juli 2011

Inspiratie zoekende


Daar zit je dan, je voelt de druk van duizenden mensen die je blog lezen. Honderden mensen spreken je op school aan. Waar blijft toch dat verdomde nieuwe stuk op je blog!!!

Tijd genoeg om te schrijven, daar ligt het deze keer niet aan. Maar een onderwerp verzinnen blijft lastig.
Zal ik wat schrijven over dat oude vrouwtje die mij aansprak? Die mevrouw die met haar gekrulde geverfde haar zo schitterend vertelde over vroeger? Nee, niet interessant genoeg. Ik zou er nog geen tien zinnen over kunnen schrijven.
Die meneer uit de kroeg dan? De man die vertelde hoe je op een avondje seks kan hebben door het gewoon te vragen?
Nee, niet grappig genoeg. Ik herinner me er ook niet meer zo veel van. Elf regels vol schrijven over hem lukt nog wel, daarna is het klaar. Ik weet dan niks boeiends meer te schrijven. Hij had een kale kop, Humberto Tan zou er jaloers op zijn. Maar om daar nu iets over te schrijven, ik maak mezelf er in ieder geval niet vrolijk mee.
Treurig kijk ik in mijn glas vol water, ik heb nog geen slok genomen. Ik wacht op inspiratie. Jullie zijn welkom om te helpen.

dinsdag 5 juli 2011

De wachtkamer

Ik stap de orthopraktijk weer binnen. Hij ziet er hetzelfde uit als altijd. Wit, Apple computer aan de balie. Het is een lichte praktijk, alsof ze je willen troosten voor wat komen gaat. Voor pijn, teleurstelling van weer die beugel langer moeten dragen…
Kalm stap ik de wachtkamer binnen na een vrolijke begroeting van de vrouw aan de balie. Ik blijf het grappig vinden dat ze altijd mijn naam weet… Tuurlijk, het staat op haar computer, maar haar stemgeluid klinkt vertrouwd. Iets te vertrouwd misschien, maar wat wil je als je er al twee jaar zit?
De wachtkamer is goed gevuld, naast me zit een vrouw met een klein meisje aan haar zijde. Voor me een wat logge vrouw, met een beetje verbeelding lijkt ze eigenlijk best op een olifant. Vooral haar gezicht is sprekend een olifant. Of ze net zo zwaar is durf ik niet met zekerheid te zeggen.
Dan rust mijn blik op een jongen, hij komt me bekend voor. Hij is breed, groter dan ik. Hoewel groter dan mij zijn tegenwoordig niet zo lastig meer is. Als zelfs een vriend tegen je zegt dat je broertje al bijna langer is dan weet je het wel. Nee, van mijn lengte moet ik het niet hebben.
Gefascineerd kijk ik weer naar hem… Zou het Youri zijn? Youri, uit mijn oude klas van de basisschool… Ik durf het niet te vragen. de jongen lijkt wel een beetje op hem maar er zeker van zijn dat hij het is, nee.
Zonder dat ik het doorheb ben ik weer naar hem aan het staren, hij kijkt terug met zijn donkergroene ogen. Dan twinkelen ze opeens, hij geeft me een voorzichtig knikje. Jasper? Met twijfel in zijn stem vraagt hij het…
Ja dus, hij is het wel… Met een grote glimlach staren we elkaar aan. Was dit die jongen die bij mij op de basisschool zat? Ik kan het amper geloven, hij blijkbaar ook niet…
Met zijn zware stem en mijn, volgens kenners, zware stem vullen we de normaal gesproken zo stille wachtkamer. Lachend zitten we daar, pratend over hoe het nu met ons gaat.
De mensen in de wachtkamer staren naar ons. De vrouw met het kleine meisje aan haar zijde moet lachen om de herkennismaking. De olifant lacht niet, ze kijkt chagrijnig. Ze wordt door ons gepraat verstoord in haar goddelijke Linda die ze net aan het lezen was. Een Linda vol met mensen en kleding die zij nooit zal kennen en dragen. We besluiten niks van mevrouw olifant aan te trekken en praten gezellig verder.
JASPER? Ik herken de stem, de ortho wacht… Ruw wordt mijn ontmoeting met Youri onderbroken, waarschijnlijk om hem weer heel lang niet te zien. Maar wie weet… Misschien dat ik over drie jaar hem weer herken, hij mij herkent en we weer staan te praten. In de wachtkamer, of wie weet, op een gezelligere plek. Youri is verandert, ik ook. Maar je merkt het pas als je iemand heel lang niet gezien had.

zondag 3 juli 2011

Hij kan het nog hoor!

De man kwam de snackbar inlopen. Hoewel, lopen? Lopen was waarschijnlijk niet het juiste woord voor wat de man deed… Het was meer vechten om elk been vooruit te krijgen, krakende botten die niet meer wilde. Het lichaam gaf het zo langzamerhand op, alsof de man zijn hele leven door een sneeuwstorm liep.
De oude, krakkemikkige verschijning liep naar de toonbank. Hij staarde even voor zich uit, zijn ogen vielen op de lekkernijen die zeer zeker zijn cholesterol zouden verhogen. Hij bestelde, als een klein kind in een snoepwinkel. Dat er achter hem een jongen, wat zeg ik, de schrijver van dit waanzinnige verhaal nog niet besteld had deed even niet ter zake. Kleine kinderen in snoepwinkels, ze dringen altijd voor…
De man zette zijn voeten weer naar voren. Half vallend plofte hij op het nieuwe bankje bij de Eethoek neer. Naast hem zat een vrouw, even krakkemikkig te zijn als de man. De man lachte naar haar, zijn ogen twinkelde weer. De vrouw lachte lief terug, "hoi" zei ze met een lieve blik.
"Hallo" zei de man terug. De vrouw kijk triomfantelijk de snackbar rond. "Ja, hij kan het nog hoor!" schreeuwde de vrouw als een visserswijf op de Spakenburgse markt door de winkel. De oude man pakte nu even zijn glorie moment mee. De gulle glimlach op zijn gezicht liet zijn trotsheid zien… Verbijsterd keken de mensen in de snackbar naar het stel. Michael Jackson had op dit moment zonder dat iemand het door had de snackbar in kunnen stappen…
Het geflirt hield aan, was dit het begin van een nieuw stel? Zagen wij hier nou twee fossielen, versteend en oud dat ze waren, zichzelf omsmelten in vloeibaar lava?
Ik wilde het niet weten, van naaktslakken hoef ik ook niet te weten hoe ze seks hebben… Of alleen al communiceren, gadverdamme. Mijn patat was klaar, ik kon vluchten. De man die het nog kon achterlatend.